Zestien Eiken Schuur
Bij historische langgevelboerderijen is het bedrijfsgedeelte vast gebouwd aan het woonhuis. Veelal was het te klein voor stalling, opslag en werkruimte en werd een vrijstaande schuur gebouwd van materiaal dat in de directe omgeving voorhanden was, met een constructieve opbouw gelijk aan die van de boerderij.
In 2017 bleken zeven eiken op eigen erf in slechte staat. Met dit eigen materiaal en oude technieken is een nieuwe schuur gebouwd op de plaats van een collage van versleten bouwsels, passend bij het monumentale karakter van de boerderij. Met aanvulling van enkele eiken stammen van het naastgelegenLandgoed de Wamberg, was voldoende hout beschikbaar.
De dwarsdeelschuur is opgebouwd uit vier ankerbalkgebinten verbonden door gebintplaten waarop een sporenkap rust. De kap is asymmetrisch van opbouw met een steil en een flauw dakvlak. De schuur bevat drie ruimtes: een open stalling voor voertuigen, een berging en een werkplaats, vergader- of logeerruimte. Boven de berging bevindt zich een verdiepingsvloer die in open verbinding staat met de werkplaats.
Op het erf zijn de bomen met een mobiele zagerij, ongedroogd verzaagd tot het benodigde balkhout voor de draagconstructie, sporen voor de kap en houten delen voor de gevels. Voor het resterende deel van de stammen is gezocht naar manieren om dit minder duurzame hout toch te kunnen gebruiken. Balken met bastdelen zijn verwerkt tot lamellen in de stalling en voor het glas van de werkplaats. Schors is op de kopse kant van de schuur meegestort in het beton om het gebouw op te laten gaan in de boomrijke omgeving. Spintplanken zijn als bekisting gebruikt om de afdruk van het verse hout te bewaren. Korte reststukken van de stam zijn gekloofd tot schaliën en als dakspanen op het dak verwerkt. De laatste resten zijn als brandhout opgestapeld tegen de noordwand van de schuur.
Op verschillende manieren zijn onbehandeld hout, beton en glas met elkaar vermengd geraakt. Door de incourante afmetingen van de planken en schorsdelen was de bekisting verre van ideaal. In het beton zijn resten van de zachte spintplanken achtergebleven en looizuur uit het verse hout heeft verkleuringen veroorzaakt. De in de bomen vergroeide ijzerdelen van prikkeldraad en granaatscherven hebben voor onvolkomenheden in het hout gezorgd. Het zijn additionele omstandigheden die onverwachte sporen in het beton hebben achter gelaten. Het geeft de hedendaagse schuur een levendig uiterlijk waardoor oud en nieuw wonderbaarlijk goed samenkomen.
In deze tijd waar we zo gewend zijn geraakt aan het perfecte is het een verademing om de schoonheid van de imperfectie toe te laten. Het bewust toelaten van ‘de esthetiek van de toevalligheid’ zoals het gebruik van ongecertificeerd eikenhout, de inbreng van de bouwers en de onvoorspelbaarheid van het materiaal bepalen het uiterlijk van de schuur.
Oplevering | 2018 |
Projectteam | Geert Bosch, Annemariken Hilberink, Frenske Wijnen, Jaap Janssen |
Bouwkunding aannemer | Zandenbouw, Aarle-Rixtel |
Fotograaf | René de Wit |